Wat Red Hat bijvoorbeeld moet toegeven is dat de Open Stack codebase niet deugt, namelijk omdat het een slangenkuil is van elkaar beconcurrerende projecten en een hoog niveau kwalitatief matige code.
Dat mag geen nieuws heten, aangezien ook de eerdere OpenStack-leider Andrew Shafer delen van het project beschreef als een wirwar van naïeve ideeën en luchtkastelen. Meer recent heeft OpenStack-visionair Randy Bias abusievelijk de silo's ten schande gemaakt die leveranciers van OpenStack creëren om unieke features in hun product te hebben.
Het resultaat dat iedere OpenStack-deployment "een unieke sneeuwvlok is", zoals Bias het verwoordt. "Het gaat om werkelijk vele honderden configuratieopties.
Ook Red Hat bedient zich van de nodige kritiek op OpenStack. CEO Jim Whitehurst bekritiseerde het schaalprobleem van OpenStack op een recente call met analisten. "Eén van de issues van OpenStack is de schaalbaarheid. Het gaat ervan uit dat applicaties stateless opereren. Dit zorgt ervoor dat Red Hat hoog-beschikbare features moet inbouwen die je in staat stellen traditionele applicaties te draaien."
Ondanks dit nadeel is Red Hat dol op OpenStack. De complexiteit van het platform vormt voor de enterprise Linux leverancier een uitdaging om te versimpelen voor bedrijven die weinig kaas van IT hebben gegeten. "Red Hat's model werkt vanwege de complexiteit van de technologie waarmee we werken. Een besturingssysteem heeft veel bewegende delen en klanten zijn bereid te betalen om van de complexiteit af te zijn", vertelde CTO Brian Stevens van de leverancier eerder.
Toch stappen volgens Whitehurst maar weinig klanten van Red Hat over naar Open Stack. De enige klanten die het serieus overwegen zijn volgens de CEO de gebruikelijke early adopters. Deals die het bedrijf sluit zijn groot, maar sporadisch.
Veel vroege bedrijven die meet OpenStack lopen er tegenaan dat ze nog niet klaar zijn voor waarvoor OpenStack is bedoeld, namelijk het draaien van cloud-native applicaties. "OpenStack is ontwikkeld als een kloon van Amazon Web Services (AWS). Het is niet bedoeld voor applicaties die draaien op een traditionele infrastructuur."
Scheef beeld
Whitehurst: "Er wordt vaak gedacht dat OpenStack een modern en goedkoop platform voor innovatieve klanten is. Vergeten wordt dat partijen als Red Hat moeten helpen bestaande applicaties te migreren naar OpenStack. We zijn met vele klanten daarvoor bezig."
Legacy applicaties zijn dus geen goede match voor een cloud-native platform.
De zogenaamde early adopters moeten dus met een goed gevulde portemonnee naar Red Hat stappen om te migreren. Vaak zijn alleen de grote telco's en de topinstellingen in de financiële dienstverlening die de overstap kunnen maken. Voor anderen is de vloot aan benodigde professionele dienstverlening onbetaalbaar.
Daarnaast verleggen klanten volgens Whitehurst de aandacht van OpenStack naar Docker. De containertechnologie vormt het meest populaire onderwerp in gesprekken met klanten.
Docker is meer bruikbaar
Ik opperde al eerder dat Red Hat OpenStack zou moeten vergeten en inzetten op Docker. Afgaande op het analistengesprek, ben ik daar nog meer van overtuigd geraakt. Containers in Docker zijn niet zozeer interessant voor infrastructuur maar nog meer voor developers, liet Whitehurst doorschemeren. "Developers gaan ermee aan de slag omdat ze er veel productiever van worden."
OpenStack is een reactie van de oude leveranciers op de plots ontstane populariteit van Amazon Web Services. Het platform is nog lang niet volwassen. Daarentegen zijn containers direct bruikbaar (net als AWS) en worden ze en masse geadopteerd. Developers vragen nooit om OpenStack en het zijn vooral developers die Red Hat tevreden moet stellen.
OpenStack is gewoon nog niet goed genoeg en kostbaar om succesvol te implementeren. De problemen die op moet lossen zijn veel beter behapbaar voor Docker. Waarom zou je daarom nog in OpenStack investeren?
Matt Asay schrijft al jaren voor Infoworld.com en is momenteel VP Mobile bij Adobe. Eerder was hij advocaat op vlak van intellectueel eigendom.
Reageer
Preview