We zijn in het algemeen aangekomen op een punt in de IT-wereld waarbij we relatief vaak dezelfde discussie hebben met zowel leveranciers als organisaties in de markt. De technologie die beschikbaar is om verschillende onderdelen van organisaties te updaten naar moderne maatstaven is over het algemeen volwassen genoeg om te kunnen stellen dat deze doet wat hij moet doen, uitzonderingen daargelaten natuurlijk.
De stelling 'de technologie werkt wel, het gaat er nu om hoe we deze kunnen inzetten' horen we dan ook vaak tegenwoordig. De 'hoe'-vraag is echter een stuk lastiger te beantwoorden, waardoor we als markt vaak blijven hangen in schimmige discussies over "digitale transformatie", wat dat onder de streep ook mag zijn.
Uiteindelijk schiet je daar niet bijster veel mee op. Het blijft dan bij het uitspreken van de wens om bepaalde zaken te doen, terwijl het in de praktijk dermate complex is om het ook daadwerkelijk uit te voeren dat men er weer op terugkomt. Dit fenomeen hebben we enkele maanden geleden al eens vrij uitgebreid beschreven aan de hand van een interview met Hans Timmerman van Dell, over de Digital Transformation Index van het bedrijf.
Concrete handvatten
In gesprekken over de transformatie van de IT-omgeving van organisaties proberen we dan ook vaak tot een wat concretere discussie te komen, waar je als CIO of als IT-beslisser binnen organisaties ook iets mee kunt. In dit artikel proberen we low-code op die manier wat beter te duiden. Dat is namelijk zeker een van de gebieden waarin we op het punt zijn gekomen dat iedereen wel inziet dat het een goed idee is om ermee aan de slag te gaan, maar de daadwerkelijke implementatie nogal eens voor de nodige hoofdbrekens kan zorgen.
Als mede-oprichter van OutSystems (samen met Paulo Rosado, die we recent ook al eens gesproken hebben) en VP Digital Transformation is Rui Pereira zonder twijfel iemand die hier iets zinnigs over kan zeggen. Hij houdt zich immers al zo'n 20 jaar bezig met de ontwikkeling van het low-code-platform. Hij is daarnaast een tamelijk uitgesproken persoon, wat natuurlijk ook helpt.
Meerdere lagen
Als het gaat om low-code zijn er meerdere lagen te definiƫren waarmee je aan de slag kunt gaan. Pereira noemt deze de 'customer journey', 'internal architecture' en het 'back-end with the core systems'.
OutSystems kan volgens hem in al deze lagen waarde toevoegen. Waar je kunt of moet beginnen, hangt van meerdere factoren af. Allereerst is het logisch dat je eenvoudiger met interne applicaties kunt beginnen dan bijvoorbeeld met de systemen die de kern van je organisaties vormen. Je kunt bij dat laatste bijvoorbeeld denken aan je SAP-servers en de applicaties die daaraan hangen.
Rui Pereira, mede-oprichter en VP Digital Transformation bij OutSystems
Daarnaast is er een groot verschil in bedrijven. Het is in ieder geval vooralsnog onmogelijk om een soort blauwdruk te geven die voor iedereen werkt. In retail kun je bijvoorbeeld aan de slag gaan met tamelijk standaard pakketten om de oude systemen te updaten, iets waar er nog altijd zeer veel van zijn. Je hoeft nagenoeg niet te sleutelen aan zo'n pakket. Pereira heeft het over een paar procent dat je moet aanpassen aan je eigen omgeving.
Zit je als bedrijf echter in de olie- en gaswinning, dan kun je helemaal niets met standaard pakketten. Dan moet je een uniek pakket bouwen, specifiek gericht op jouw omgeving. Dat zijn de omgevingen waarvoor low-code bij uitstek geschikt is.
Meerdere routes
Verder zijn er naar de mening van Pereira meerdere routes richting hetzelfde einddoel. Als veel van wat je doet gebaseerd is op IT/data, dan heb je een ander developmentpad dan wanneer dit niet het geval is. In dat laatste geval ben je wellicht in eerste instantie meer geholpen bij het ontwikkelen voor de mensen in je bedrijf die met applicaties aan de slag moeten.
In het eerste geval ben je waarschijnlijk veel meer bezig met de 'customer journey' van de eindklant. Dit is vooral het geval als je in een business zit die weliswaar zeer relevant is, maar niet bepaald sexy te noemen is. Dat wil zeggen, mensen vinden het niet belangrijk om er veel tijd in te stoppen, ook al kunnen ze er niet zonder.
Als voorbeeld noemt Pereira hier verzekeringen. Er zijn maar weinig mensen die 's ochtends enthousiast uit bed stappen, omdat ze die dag een verzekering gaan afsluiten. Tot op zekere hoogte kun je banken ook op deze stapel leggen van 'noodzakelijk kwaad' voor eindklanten.
Als verzekeraar of als bank kun je echter door middel van snel schakelen in de ontwikkeling van applicaties wel net het verschil maken of een klant blijft of vertrekt. De kern hier is dat je klanten zoveel mogelijk moet ontzorgen om de relevantie te behouden.
Dat laatste komt overigens vaak terug in ons gesprek. Pereira ziet dat veel CIO's op dit moment juist hiermee bezig zijn. De ontwikkelingen gaan in de markt als geheel zo snel, dat bedrijven bij klanten altijd moeten strijden om relevant te blijven. Een van de manieren om dit te doen, is door ze applicaties te geven die modern zijn en snel kunnen worden opgeleverd.
Low-code is volgens Pereira inmiddels op een niveau aangekomen dat het ingezet kan worden voor zelfs de meest complexe doeleinden. Tot enkele jaren geleden was dit niet mogelijk, maar vooral met de uitbreidingen in versie 11 van het platform zijn ook zaken zoals omgaan met legacy goed aangepakt. Dat laatste is uiteraard erg belangrijk, omdat er maar weinig bedrijven zijn zonder legacy en dat vaak een van de redenen is om maar niet te beginnen aan het ombouwen van de omgeving.
Hoe begin je?
De vraag die we uiteindelijk graag beantwoord willen zien, is echter vooral hoe je als bedrijf begint met een dergelijke operatie. Daar is niet een eenvoudig en eenduidig antwoord op te geven, om de redenen die we hierboven al hebben geschetst. Het is echter wel goed om te weten dat je niet per se je volledige omgeving hoeft aan te pakken. Er is ook op dit punt een gelaagdheid.
Pak je het als organisatie wel meteen in zijn geheel aan, dan kan dat natuurlijk wel. Je kunt naast je oude omgeving een volledig nieuwe bouwen. De nieuwe neemt dan naarmate de tijd en de development vordert steeds meer functies over van de oude, tot die overbodig is geworden en weggesneden kan worden. Nadeel hiervan is echter wel dat dit een zeer kostbaar proces is als je kijkt naar de resources die je ervoor moet inzetten.
Hij snapt dus goed dat de meeste organisaties niet staan te juichen om daarmee te beginnen, mede ook gezien de krimpende IT-budgetten. Met low-code kun je weliswaar een stuk sneller ontwikkelen dan wanneer je het helemaal vanaf nul zelf regel voor regel gaat programmeren, maar het is natuurlijk nog altijd geen magie.
Een alternatief is om te gaan voor het headless ontwikkelen van kleine onderdelen per keer. Dan kun je beginnen op een punt waar je als organisatie eenvoudig kunt starten en van daaruit steeds verder uitbreiden. Je moet er dan natuurlijk wel voor zorgen dat de nieuwe onderdelen kunnen praten met de bestaande onderdelen die je gewoon blijft gebruiken. Dus je zal aan de slag moeten gaan met integraties en API's. Op dat punt is er echter behoorlijk wat standaardisatie, dus dat hoeft tegenwoordig geen reden meer te zijn om er niet aan te beginnen.
Vind je het als bedrijf om wat voor reden dan ook alsnog niet de juiste tijd, dan kun je tot slot ook nog je volledige applicatie-omgeving onder een front-end van OutSystems hangen. Je begint dan bij het centraal regelen van zaken zoals governance, verspreid over alle verschillende onderdelen die er onder hangen, waarna je stap voor stap de onderliggende onderdelen vervangt. Steeds verdergaande standaardisatie op dit vlak zal ook zeker een positieve impact hebben op de inzet van low-code in bestaande omgevingen.
Change management
Als je goed nadenkt over de punten die we hierboven hebben besproken, kun je volgens Pereira op ieder niveau in je omgeving vandaag nog aan de slag met hun low-code platform. Onder de streep zijn enkele voorwaarden echter absoluut noodzakelijk. De belangrijkste is waarschijnlijk nog wel dat je de juiste mensen en skillsets in je organisatie moet hebben om ermee aan de slag te gaan. Nu zal dat middels natuurlijk verloop op termijn sowieso gaan gebeuren, maar het is goed om daar als organisatie ook actief op te sturen.
Onder de streep zijn veel van de uitdagingen die komen kijken bij het inzetten van low-code terug te voeren op change management binnen organisaties. Dat moet je absoluut niet onderschatten volgens Pereira.
Je moet als CIO verder ook bezig zijn met het actief ondersteunen van de business binnen je organisatie, dus de mensen die uiteindelijk gebruik gaan maken van de applicaties die worden gebouwd. Luister naar de wensen die daar leven en handel daar ook naar.
Uiteindelijk zijn de mensen binnen je organisatie net zo goed klanten als de eventuele eindklanten die je bedient. Je moet je goed realiseren dat iedere wijziging binnen je organisatie, ook als het gaat om de inzet van low-code, een impact heeft op je klanten, zowel intern als extern. Als je dat niet in het achterhoofd houdt, ben je niet goed bezig.
AI wordt steeds belangrijker
Een gesprek of interview is tegenwoordig niet compleet zonder dat de term AI valt. Als we vragen naar hoe de toekomst er globaal uitziet voor het low-code-platform van OutSystems, komt de term helemaal aan het einde van dit gesprek bovendrijven. Let wel, je moet hier geen hippe NLP-toepassingen verwachten, waarbij je door middel van praten tegen je machine een applicatie laat bouwen. Dat is in de tak van sport van OutSystems sowieso niet realistisch, denkt Pereira, omdat er simpelweg te veel variabelen zijn die je niet zomaar in geschreven of gesproken taal kunt vangen.
AI kan echter wel degelijk helpen om ontwikkelaars sneller en beter te laten werken. Je kunt hierbij denken aan het nog beter tonen van suggesties voor volgende onderdelen die je kunt gebruiken bij het bouwen van een applicatie. Dat doen ze nu al tot op zekere hoogte, maar dat kan nog veel verder doorgevoerd worden.
Om er zeker van te zijn dat ze geen onderdelen toevoegen aan het platform waar niemand op zit te wachten, benadrukt Pereira overigens ook nog dat OutSystems actief onderzoek doet naar waar de wensen en mogelijkheden liggen in de markt. Naar eigen zeggen is zijn bedrijf een van de weinige die dit doet.
Begin in godsnaam
We haalden eerder al even aan dat Pereira tamelijk uitgesproken is. Om dat te onderstrepen, eindigt hij het gesprek met een stevige uitsmijter: "without ambition, all of the above is bullshit." Dat kan maar duidelijk zijn. Het is wel het meest concrete advies dat hij kan geven. Stel je doelen en begin. Uiteraard zit hier een deel eigenbelang bij, maar het is wat ons betreft ook gewoon goed advies. Als je als organisatie hebt besloten dat je wil veranderen, ga dat dan ook doen en laat je niet continu afleiden door alle beren en leeuwen die er onherroepelijk op de route aanwezig zijn.
Reageer
Preview